• fijnevakantie2019
  • toplente04
  • toplente02
  • 2017lente02
  • mooi1503
  • mooiberghemjeudesboules
  • zonondergang03

Ultieme krachtproef voor Berghemnaar Hans Strating, IronMan in Maastricht

Je moet het maar doen. 3,8 kilometer zwemmen in de Maas, 180 kilometer fietsen door het Limburgse heuvelland en 42,2 kilometer hardlopen in en rond Maastricht. Berghemnaar Hans Strating deed het! Hij deed mee aan de triathlon IronMan in Maastricht. Zo'n 2000 atleten vertrokken voor deze ultieme krachtproef, aangemoedigd door duizenden toeschouwers langs

het parcours. In 15,27 uur finishte hij. Een fantastische prestatie van Hans Strating. Hij kan er reuze trots op zijn! De IronMan werd op zondag 31 juli voor de 2e keer gehouden, maar deze unieke prestatie is zeker de moeite waard om te vermelden.

Hier zijn de foto's van deze ultieme krachtproef en een verslag van Berghemnaar Hans Strating.

ironmanhans03

ironmanhans04

ironmanhans01

Verslag IRONMAN Maastricht 2016

“Ooit in de verre toekomst een hele triathlon binnen de tijdslimiet voltooien.”
Dat was het antwoord dat in januari 2015 als nieuw lid invulde in het smoelenboek op de vraag : Droom?

Op 31 juli 2016 kwam deze droom uit met het volbrengen van de Ironman Maastricht. Slechts anderhalf jaar na het lid worden van de mooiste triathlonvereniging van het land.

Maar een hele triathlon is geen kinderspel, en een hele Ironman in Maastricht en omgeving al helemaal niet. Graag vertel ik er wat over.

31 juli om 04.30 gaat de wekker in een hotel in Maastricht. Speciaal voor de triatleten is er een ontbijt vanaf 05.00 uur. Om 5.00 uur zaten ik en mijn vriendin Jitka er dan ook. Dan kan het ontbijt nog ruim twee uur zakken, dacht ik. Het zag er zwart van zenuwachtige triatleten. Honger had ik niet, maar wetende dat ik vandaag ongeveer twee werkdagen achter elkaar zou mogen zwemmen, fietsen en hardlopen, nam ik toch maar het nodige vaste voedsel tot me. De rest van de dag zou immers bestaan uit gelletjes. Heel veel gelletjes.

Lopend naar de start spookt er toch nog even door je hoofd.:
Waar ben ik nou mee bezig? Kan ik dit wel?
Ik dacht terug aan een van mijn idolen die ik als kind had: Pippi Langkous
Pippi Langkous?
Ja, Pippi Langkous. Zij zei altijd als ze voor het eerst iets moeilijks moest doen:
“Ik heb dat nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik ‘t wel kan”.
De gedachte aan deze uitspraak gaf mij vertrouwen.

ZWEMMEN 3,8 KM
Bij de zwemstart kwam ik Hugo tegen. De enige man van Trioss die deze wedstrijd al een keer gedaan had. We moesten ons opstellen in een rij met bordjes met daarop de te verwachten eindtijd van het zwemonderdeel.
Ik had nog nooit van mijn leven 3,8 km gezwommen en ook nog nooit in een rivier, laat staan tegen de stroom op.
We stonden bij het bordje 1.40 uur zwemtijd, maar Hugo vond dat aan de ambitieuze kant. Toen ik zei dat we dan nog iets verder achteraan in de rij konden gaan staan, zag ik toen ik me omdraaide dat er bijna niemand meer achter ons stond. We zijn dus maar blijven staan. Het startschot klonk, de “rolling start” was begonnen. Netjes wachtten wij op onze beurt en voor ik het wist sprong ik de Maas in. Het water was lekker warm.
Na anderhalf jaar lidmaatschap van Trioss is mijn borstcrawl nog steeds niet geweldig, maar het is ook niet zo dat ik het helemaal niet kan. Vol goede moed begon ik te crawlen tegen de stroom in. Ik haal rechts adem, maar na ca. 10 minuten dacht ik dat ik mijn naam hoorde roepen vanaf de andere kant. Ik keek naar links en zag dat Jitka langs de kant met mij mee liep. Dat was een leuke verassing, maar tegelijkertijd zag ik nu dat ik niet erg hard vooruit kwam. Dat kon ik immers aan objecten op de linkeroever zien. Na drie kwartier ploeteren was ik nog niet eens op de helft. Ik werd lichtelijk kwaad en dacht bij mezelf dat ik deze dag niet zou laten bederven door zo een kloterig zwemonderdeeltje. Ik ging over op schoolslag, maar dan op een manier die ik niet eerder had gedaan. Hele krachtige, lange slagen onder water waarbij ik helemaal onder water bleef en pas als ik geen snelheid meer had met mijn hoofd boven water kwam om heel diep adem te halen om dan vervolgens weer onder water te duiken. Ik zag en voelde dat het werkte. Ik haalde zelfs borstcrawlers in en hoorde Jitka roepen dat ik goed vooruit kwam. De terugweg was een kwartier sneller, terwijl die iets langer is en nog een stukje tegen de stroom in ook. Uit het water gekomen moest ik een trap op, maar door kramp viel ik en lag ik languit op de trap. Maakt niet uit, dacht ik. Het onderdeel waar ik technisch de meeste problemen mee heb zit erop.

WIELRENNEN 180 KM
Omkleden en 180 km fietsen. Ik had er zin in. Het fietsparcours kende ik al, omdat ik had meegedaan met de officiele parcoursverkenning van Ironman. Het waren twee ronden van 90 km met per ronde 5 km vlak en recht langs de Maas. De rest was klimmen, dalen, draaien en keren. Ik had daarom mijn tijdritfiets thuis gelaten en dat was een goede keuze. Wel had ik een dicht achterwiel. Niet zozeer voor de tijdwinst, maar het ziet er gewoon goed uit en het geluid dat zo een wiel maakt is goed voor de moraal. Later op de dag kreeg ik daar wel even flink last mee. Ik fietste in Belgie toen het ineens slecht weer werd. Het regende behoorlijk, maar het was de wind die mij zorgen baarde. Op een gegeven moment dacht ik dat ik tegen de rotswanden omhoog zou kunnen vliegen, als de wind vat zou krijgen op het dichte wiel. Het was een angstig half uurtje, maar onverstoorbaar fietste ik door richting mijn doel.
Bij de tweede ronde zag ik op de langste en zwaarste klim (12%, Halembaye) van het parcours diverse triatleten naar boven wandelen. Dat had ik nog nooit gezien, maar het zegt iets over de moeilijkheidsgraad van het parcours. Je krijgt namelijk nergens even rust. 180 km niet.

HARDLOPEN 42,2 KM
Wederom terug op het parc fermee. Het omkleden ging zeer moeizaam. Ik kreeg mijn compressietubes niet aan. Mijn benen en handen waren te bezweet. Het lukte bijna niet. Toch wilde ik ze perse aan hebben. Ook het loopparcours had ik met een officiele parcoursverkenning al eens gelopen. De vele kasseien in het parcours vragen om wat extra stabiliteit die compressietubes kunnen geven. Na 18 (!) minuten had ik ze eindelijk goed aan en was ik gereed om te gaan hardlopen. Nu alleen nog een “Marathonnetje” dacht ik bij mezelf. Ik had op mijn horloge gezien dat ik nog ruim 7 uur de tijd had voor de Marathon en dat ik me eigenlijk geen zorgen hoefde te maken. Ik wilde de Marathon in 5 uur lopen, dus ik vertrok met ca. 9 km per uur en kon dat de eerste ronde van 10,5 km goed volhouden.

Daarna werd het allemaal wat moeilijker. De beklimming van de Sint- Pietersberg deed ik elke ronde even wandelend. Dat had ik vooraf bedacht en is fijn om even de kuiten en hamstrings op te rekken. Mijn maag en darmstelsel kon de vele gelletjes niet waarderen. Twee keer heb ik een bezoek gebracht aan een Dixie. Tot de rand gevuld met stront en zonder toiletpapier. Van de laatste 15 km kan ik me niet meer zoveel herinneren. Ik was in een soort trance. Mensen schijnen me aangemoedigd te hebben, maar ik zag en hoorde kennelijk niet veel meer. Voor ik het wist kreeg ik mijn vierde en laatste kleurige elastiek om mijn arm. Dat gaf kracht. Ik hoefde nu niet nog een ronde. Nee, ik mag afslaan en finishen.

Een geweldig en onvergetelijk moment. Onder die rode boog mogen doorlopen terwijl door de luidsprekers galmt: “Hans Strating, you are an Ironman!”

Hans Strating